Een complex en groeiend probleem. Wat is, naast preventie, een duurzame behandeling?
Ernstig overgewicht en obesitas komen steeds vaker voor op al jongere leeftijd. Het is een groeiend probleem dat een specifieke en duurzame benadering en behandeling vereist. Obesitas is een ziekte met behoorlijke fysieke gezondheidsrisico’s op zowel de korte als lange termijn. Het kan diabetes mellitus type-2 (suikerziekte), een hoge bloeddruk en leverproblemen veroorzaken. Daarnaast komen er vaak psychische problemen en problemen op het sociale vlak bij kijken die het probleem als een vicieuze cirkel in stand houden. Kinderen worden eerder gepest, ontwikkelen eerder eetstoornissen, hebben vaker angsten en depressies, de kwaliteit van leven vermindert en kinderen komen vaker in een sociaal isolement.
Het is niet zo dat overgewicht of obesitas vanzelf over gaat zodra het kind volwassen wordt en vraagt daarom om een vroegtijdige signalering en een zo adequaat mogelijke behandeling. Naast deze persoonlijke problematiek brengt obesitas op maatschappelijk vlak enorme kosten in de gezondheidszorg met zich mee en veroorzaakt het een hoog ziekteverzuim.
Goede zorg begint met het achterhalen van de oorzaak
Om goede zorg te kunnen bieden aan kinderen met overgewicht en obesitas is het nodig om de oorzaak te kennen en moet er aandacht zijn voor preventie. Preventie behoudt een betere fysieke gezondheid en daarmee een hogere kwaliteit van leven en scheelt de maatschappij enorm veel kosten.
De oorzaak? Vaak is dit een samenspel is van meerdere complexe factoren
De oorzaken van obesitas kunnen kort door de bocht omschreven worden als een disbalans tussen de inname en het verbruik van voedsel oftewel een disbalans tussen eten en bewegen. Toch is het niet zo eenvoudig. Tegen iemand zeggen dat diegene meer moet bewegen en minder moet eten is geen oplossing. De oorzaken van deze disbalans zijn een samenspel van meerdere factoren zoals het eetgedrag, het beweeggedrag, psychologische factoren, biologische factoren, de economie, de voedselproductie, de infrastructuur en de sociale omgeving.
Een kind dat niet veilig buiten kan spelen kan moeilijker aan voldoende beweging komen. Een kind dat uit een gezin komt dat geen geld heeft voor een sportclub, krijgt ook minder beweging. Vanzelfsprekend hebben ouders ook een grote invloed op het eetgedrag van het kind. Weten de ouders niet goed wat een gezonde voeding inhoudt, dan weet het kind niet beter dan het ongezonde voedingspatroon van de ouders aan te nemen. Hierin hebben scholen en kinderdagverblijven ook een belangrijke rol. Wanneer er op een kinderdagverblijf zoete sap aangeboden wordt als het kind dorst heeft, dan leert het kind zijn dorst te lessen met zoete dranken. Ook de samenleving stelt het kind bloot aan zogenaamd lekker, ongezond en calorierijk voedsel.
Naast de omgeving waarin het kind leeft, heeft het ene kind een efficiëntere stofwisseling dan de ander. De een verbrandt zijn calorieën ‘zuinig’ en de ander verbruik ze in grote mate, waardoor de een meer kan eten dan de ander zonder aan te komen.
Een leefstijl veranderen betekent een gedragsverandering ondergaan
Goede zorg bieden betekent een integrale aanpak. Dit betreft een benadering en behandeling op alle niveaus, in alle fases. Dus van de signalering en de diagnostiek en van de behandeling en de begeleiding zolang als dat nodig is, om een leefstijlverandering te realiseren. De behandeling is gericht op voeding, beweging en gedragsverandering. Dit laatste is het meest moeilijk. Diëtisten, artsen, psychologen, fysiotherapeuten, maatschappelijk werkers en eventueel andere zorgverleners zullen de behandeling gezamenlijk richten op het ondersteunen van de ouders/verzorgers in het duurzaam veranderen van de leefstijl. Het doel hiervan is om de kwaliteit van leven van het kind te vergroten.
Dit vergt een juiste behandeling op alle niveaus; vanaf de signalering tot en met een goede begeleiding in het natraject
Na de behandeling is het van belang dat er langdurig ondersteuning en begeleiding van de gedragsverandering en gewichtsbeheersing aangeboden blijft en ook vergoed wordt door de zorgverzekeraar, om een terugval te voorkomen en indien er een terugval is, deze opnieuw op te pakken.
Bron
- Halberstadt. J. en Seidell. J.C. (2016). ‘Langetermijngewichtsbeheersing bij kinderen met (ernstige) obesitas’. De Psycholoog (nov.2016): 36-46.